In december konden we voor het eerst kennismaken met de nieuwe BMW 3 Serie. Hartstikke mooi, maar rijden met een zescilinder was er toen niet bij. We konden toen rondom Barcelona op pad met de 320d en 328i. Dit keer voelen we op eigen bodem een 335i aan de tand. Is een snelle 3 nog steeds the car to have?
De BMW 3 Serie is onze favoriete auto. We vallen maar met de deur in huis, dan hebben we dat gehad. Objectiviteit is een mooi streven, maar in de praktijk is het alleen haalbaar voor mensen die geen mening hebben. Voorkennis leidt in de praktijk al snel tot voorkeur. Journalisten en andere schrijvers die proberen objectief te zijn, zijn vaak vooral krampachtig. En waar is het ook voor nodig? Je kunt immers maar beter weten waar iemand staat. Laat ik dus maar beginnen met te vertellen dat ik zelf in een 3 Serie rijdt. Ook Andre de Vries, onze huiscoureur die ook bij deze test aanwezig was, heeft meer dan eens een 3 gehad.
En niet voor niks is de 3 onze favoriete auto. Degelijk, goed gebouwd, snel, compact genoeg om lekker te rijden, groot genoeg voor de golfspullen of een niet al te groot gezin. Natuurlijk kunnen we wel wat mooiers of exclusievers bedenken, maar voor dagelijks gebruik is de 3 Serie in onze ogen perfect. Rijplezier voor alledag, dat is wat de 3 Serie moet zijn, en als er een nieuwe versie is laten we alles uit onze handen vallen om ermee op pad te gaan.
‘Slecht gedaan’
De nieuwe 3 Serie is de zesde generatie. De eerste 3 Serie verscheen in 1975, als opvolger van de in 1968 geïntroduceerde 2002. Die 2002 was een compacte middenklasser die perfect paste bij het sportieve imago van BMW. Zijn opvolger was niet direct een schot in de roos. Door de oliecrisis had BMW de gedachte dat kopers niet meer op zoek waren naar een sportieve middenklasser, maar naar meer ruimte en comfort.
De reacties daarop waren niet al te enthousiast. Rob Slotemaker bijvoorbeeld fakkelde die eerste 3 Serie af. ‘Ik ben een fervent BMW-aanhanger,’ zei hij in 1975. ‘De fijnste auto aller tijden vind ik nog altijd de 2002. Ik heb begrepen dat de 320 van die auto de opvolger is, maar dat hebben ze dan wel slecht gedaan. Ik vind het jammer voor BMW, maar eindelijk hebben ze een auto waarvan ik iets onplezierigs kan zeggen. Vooral wat wegligging betreft is-ie er enorm op achteruit gegaan.’
Een paar jaar na de introductie kwamen er zescilinders en uiteindelijk kwam het met die eerste 3 Serie toch nog helemaal goed (Slotemaker was overigens ook lyrisch over de 323i). Toch was de tweede 3 Serie, die in 1982 werd geïntroduceerd, weer iets kleiner en lichter. Dat werd gewaardeerd, maar het heeft niet verhinderd dat BMW iedere volgende generatie weer groter liet groeien. Sinds kort staat deze zesde generatie bij de dealers, wéér 10 centimeter groter dan zijn voorganger en inmiddels bijna een halve meter langer dan die oude 2002. Een lichtpuntje is wel dat het nieuwste model iets lichter is dan de vorige generatie.
Volgas door een tunnel
Onder de kap van deze 335i ligt een zescilinder. In de vorige generatie waren ook de 325i en 330i voorzien van zo’n fraaie zes-in-lijn, maar bij het nieuwe model is de 335i vooralsnog de enige. Voor de prestaties heb je zo’n zes-in-lijn niet meer nodig, want de viercilinder 328i doet het net zo goed. De zescilinder klinkt echter wel aanzienlijk beter dan de viercilinders. Tenminste, als je niet aan de voorkant van de auto staat. De motor is afgesteld voor een zo laag mogelijk verbruik, niet voor een zo gaaf mogelijk geluid. Aan de achterkant van de auto en in de auto klinkt de 335i echter goed. Wie eens een 335i volgas door een tunnel hoort rijden, zet niet snel meer vraagtekens bij het geluid.
De motor doet voor de rest zijn werk ook uitstekend. Natuurlijk, de motor is op comfort gericht en reageert niet zo lekker op het gaspedaal als bijvoorbeeld een M3van het vorige type. Maar dat hoeft ook niet, de 335i is immers geen volbloed sporter. Als je dat in aanmerking neemt reageert hij goed op het gaspedaal. In het dagelijks verkeer is het bovendien prettig dat er vrijwel altijd koppel is. Van 1.200 tot 5.000 toeren heeft de 335i zijn maximumkoppel beschikbaar. Je zou bijna denken dat het onzinnig is om een motor die in vrijwel het hele toerenbereik zoveel koppel en vermogen levert te koppelen aan een achttraps automaat. De bak doet zijn werk echter fantastisch; hij schakelt snel, doet dat in de comfortstand bijna ongemerkt en in de sportstand doet hij precies wat je wilt. Dat zie je wel eens anders, want vaak zie je dat een automaat ook in de manuele stand opschakelt zodra het maximale toerental bereikt wordt. BMW heeft gelukkig begrepen dat dat niet de bedoeling is van zo’n manuele stand.
Driften? Vergeet het maar!
Naast de pook zit de knop van de Driving Experience Control. Je kunt kiezen uit EcoPro, Comfort, Sport en Sport+. Met die verschillende standen wordt niet alleen het schakelprogramma van de automaat aangepast, maar verander je ook de besturing en gasrespons.
De EcoPro-stand leek ons vooraf een stand die min of meer overbodig was, omdat alles dan gericht is op maximaal besparen. In de praktijk blijkt het echter een stand die uitstekend geschikt is voor 30 km-zones, stadscentra en andere plekken waar je rustig wil rijden. De sportstand is daar bijvoorbeeld te onrustig voor.
Kalm over het woonerf toeren is echter niet waar je een 3 Serie voor koopt. Die koop je vooral voor het rijplezier. ‘BMW maakt rijden geweldig,’ luidt al decennialang de slogan van het bedrijf. Toen we eind vorig jaar de 328i op het circuit reden, leek dat ook bij de nieuwe 3 weer het geval te zijn. ‘Het gaat allemaal moeiteloos en met heel veel feedback. Driften doe je uit ‘t vuistje, zelfs als beginner. De lastwissels in de twee links-rechts-combinaties die het circuit rijk is, pakt de auto probleemloos op. Dat bewijst de kracht van het onderstel die we op de weg al ervaarden. Het gebrek aan duiken, rollen en steigeren werkt op het circuit zelfs nog meer in het voordeel van de nieuwe Dreier.’
De test-335i was echter niet voorzien van een adaptief onderstel. Daarom zijn we over de 335i iets minder enthousiast dan over de 328i. Het standaard onderstel is ons iets te veel op comfort gericht – aanzienlijk meer dan de vorige generatie. Daarbij valt in positieve zin op dat de banden ook veel beter zijn geworden. De runflats hebben het voordeel dat je ermee door kunt rijden als ze lek zijn, maar hadden altijd als nadeel dat de wangen te hard waren. Dat is nu echter niet meer het geval.
En dat driften, wat met de 328i zo eenvoudig lukte? Vergeet het maar met deze 335i. Daar moeten we wel bij zeggen dat de auto pas 600 kilometer op de teller had toen we hem ophaalden bij de importeur. De motor was wellicht nog niet helemaal los en ook de (255 brede) banden waren nog erg vers. Veel verder dan een wild rokend binnenste achterwiel kwamen we niet. Op hoge snelheid valt er misschien wat meer uit te halen, maar dat hebben we niet geprobeerd; op de openbare weg heb je nou eenmaal minder ruimte dan op het circuit.
Gemaakt voor het speelkwartier
Wat wel mooi is, is dat de auto toch wel gericht is op zulke speelkwartiertjes. Je kunt zelf schakelen met de flippers aan het stuur en als je ze even kwijt bent heb je altijd nog de pook als back-up. Daarbij kun je, anders dan bij veel andere auto’s, de tractie- en stabiliteitscontrole volledig uitschakelen. In de sportstand kun je bovendien de gegevens over het vermogen en koppel weergeven op het centrale display, dat bovenop het dashboard lijkt te staan. Bij de vorige 3 Serie was dat scherm geïntegreerd in een soort bult op het dashboard, waardoor dat dashboard nogal massief overkwam. Nu staat het los, waardoor het dashboard wat slanker lijkt en het zorgt ervoor dat een groter scherm gebruikt kan worden.
Dat display is standaard en naar wens voorziet BMW het van een navigatiesysteem. De eerste versies van iDrive werkten niet al te eenvoudig, maar inmiddels is het een prachtig systeem dat je auto omtovert tot een prachtig online info- en entertainmentcentrum. In de testauto was het meest uitgebreide navigatiesysteem aanwezig, maar het scherm is ook te gebruiken voor de achteruitrijcamera, Surround View (kleine camera’s in de voorbumper die om de hoek kijken), internettoegang en nog veel meer. Het instructieboekje van je auto heb je niet snel nodig, want met een paar drukken op de knop krijg je ieder onderwerp uit je scherm – in veel gevallen zelfs inclusief een begeleidende video. Daarnaast was deze 335i voorzien van een fraai geluidssysteem van Harman/Kardon. Ook een full-colour head-up display droeg bij aan de feestvreugde.
De testauto was verder voorzien van Lane-departure-warning, dodehoekwaarschuwing, grootlichtassistent, adaptieve bochtverlichting en nog ongeveer een miljard elektronische systemen. Daar wringt de schoen een beetje, alhoewel het stuk voor stuk mooie systemen zijn.
De perfecte 3 Serie voor ons heeft een zescilinder, achterwielaandrijving en niet al te veel elektronica. Hij moet een beetje krap zijn, want dat zorgt voor een lekker compacte auto. Na een paar dagen met de nieuwe 3 Serie dankten we de hemel toen we weer in het vorige model stapten – compacter, met een prettiger werkende hydraulische stuurbekrachtiging en een lagere zitpositie.
Geklaag over groter wordende 3 Series die te veel op comfort gericht zijn is echter van alle tijden. Dat liet Slotemaker al zien met zijn knalharde kritiek op de eerste generatie. Dat neemt niet weg dat BMW opnieuw een ongelooflijke prestatie heeft geleverd. De 3 Serie was al heel goed, maar is opnieuw veel beter geworden (maar niet per se leuker). Dat neemt niet weg dat ook deze nieuwe 3 Serie nog altijd onze favoriet in deze klasse is.
BMW 335i (F30)
Techniek: zescilinder (in lijn) met turbo, 2.979 cm3, 306 pk/5.800-6.000 tpm, 400 Nm/1.200-5.000 tpm
Prestaties: topsnelheid 250 km/h, 0-100 km/h in 5,5 sec
Gewicht: 1.585 kg, 5,2 kg/pk
Verbruik: 7,2 l/100 km (1 op 13,9), testverbruik 10,1 l/100 km (1 op 9,9)
Prijs: vanaf € 52.900, prijs testauto € 76.449
Test voor Driving Fun
Foto: Luuk van Kaathoven