Het kost even vijf jaar, maar dan heb je ook wat: het verhaal dat ik al vanaf het begin wilde maken voor Octane. De eerste naam op het Nationaal Autosportmonument is J.J. Sprenger van Eijk, maar er was bijna niets over de man te vinden — zelfs zijn voornaam niet. Terwijl hij toch de eerste Nederlander is die een noemenswaardige prestatie in de internationale autosport leverde: hij won de rally van Monte Carlo. Dat vroeg om een artikel.
Hoofdredacteur Ton Roks zei: ‘Kijk maar of het lukt.’ Collega Mattijs Diepraam dacht dat het te veel werk zou zijn (en had daar helemaal gelijk in). Ik moest dus een list verzinnen om Mattijs mee te laten doen, want hij weet nu eenmaal veel meer van autosport dan ik. Gewoon beginnen bleek de oplossing. Via genealogie-sites vonden we zijn nazaten, in het archief van de KNAC zijn verhalen in De Auto en in het archief van Dries Jetten was ook het een en ander te halen. Drie jaar geleden hadden we als ‘collateral damage’ al een verhaal over Bud Bakker Schut, een andere Nederlandse Monte Carlo-winnaar. Maar in het nieuwe nummer van Octane (034) kun je éindelijk het verhaal vinden waar het me echt om ging. Blij mee, en meer dan dat!
(Ook door de uitstekend gelukte foto’s van Piet Mulder en Luuk van Kaathoven en de fraaie vormgeving van Carl de Vaal trouwens.)